You will remember the shock wave that the services directive, also known as the Bolkestein directive, caused throughout European civil society. Six years after its introduction, it seems that the earth is still shaking, at least for social services.
U herinnert zich vast nog wel de schokgolf die de dienstenrichtlijn, ook wel gekend als de Bolkesteinrichtlijn, doorheen de Europese samenleving heeft veroorzaakt. Zes jaar na de introductie van deze richtlijn, lijkt de aarde nog niet uitgebeefd, althans niet voor de sociale diensten.
Wel in tegendeel!
We schrijven 13 januari 2004. De Europese Commissie heeft haar voorstel voor een richtlijn betreffende de diensten op de interne markt voorgesteld.De richtlijn streeft naareen ruimer en kwalitatief hoogstaander dienstenaanbod tegen concurrerende prijzen door de totstandbrenging van een ware interne markt voor diensten.
De juridische basis van dit streven lag verankerd in het EG-verdrag. De concrete toepassing van dit streven werd aanvankelijk ingevuld door het Europees Hof van Justitie, later door de dienstenrichtlijn. Hoe lovenswaardig zijn doelstelling ook was, de toepassing van de richtlijn op de sociale diensten kondigde zich uitmate problematisch aan. De dienstenrichtlijn met haar horizontale benadering zou de eigenheid van de sociale diensten volledig ondergraven en zodoende een rem vormen op de verdere ontplooiing van deze economisch en sociaal cruciale sector. Het Europese sociale middenveld haalde dan ook opgelucht adem toen de richtlijn in haar definitieve versie de sociale diensten uit haar toepassingsgebied sloot. Deze uitsluiting hield daarenboveneen erkenning in van de eigenheid en de meerwaarde van dit type dienstverlening.
Een Europees beleid afgestemd op de eigenheid van de sociale diensten was en is nog steeds een absolute noodzaak voor de verdere ontwikkeling van deze dienstensector die zich in de afgelopen decennia heeft ontwikkeld tot een belangrijke economische en sociale speler. Toch mogen we niet op onze lauweren rusten, zoveel leert ons de Belgische ervaring. De richtlijn en meer in het bijzonder de uitsluiting van de sociale diensten worden niet in de interne rechtsorde ingepast, maar louter en alleen overgenomen. Het gevolg is een Europese regelgeving die niet is aangepast aan de nationale realiteit. Met andere woorden, zodra de omzettingsprocedure afgerond is, zal de toepassing van de regels inzake vrij verkeer van diensten alsook de regels van vrijheid van vestiging opnieuw naar Europa verhuizen en meer bepaald naar het Europees Hof van Justitie. En daarmee is de cirkel rond, helaas niet ten goede ... Twee op de drie landen zou de dienstenrichtlijn nog moeten omzetten. Laat deze landen een les trekken uit hoe het niet moet.
It is January 13th, 2004. The European Commission has presented its proposal for a directive on services in the internal market. The text aims at a greater variety of quality services offered at competitive prices by creating a genuine internal market for services. The legal basis of this objective was enshrined in the EC Treaty. Initially it was given expression by the European Court of Justice, at a later date by the services directive.
No matter how praiseworthy the objective is, the application of this legal disposition announced itself to be extremely difficult. The services directive with its horizontal approach would completely undermine the specific nature of social services and would thus become an obstacle to the further development of this economically and socially crucial sector. European civil society, therefore, was much relieved when the directive in its final version excluded social services from its scope. Moreover, this exclusion was the recognition of the specificity and the added value of this type of service. A European policy adapted to the specific nature of social services was and is still an absolute necessity for the further development of these services that in the last few decades have developed into a major economic and social player. However, as the Belgian experience has shown, we cannot rest on our laurels. The provisions of the directive and, in particular, the definition of the exclusion of social services are not adjusted to the internal Belgian legal order, but simply incorporated. The result is a set of European regulations that has not been adapted to national reality. In other words, when the transposition procedure is completed, the application of the rules on free movement of services, as well as the rules on freedom of establishment will move back to the European level and in particular to the European Court of justice. So the circle is closed - unfortunately not for the better! U herinnert zich vast nog wel de schokgolf die de dienstenrichtlijn, ook wel gekend als de Bolkesteinrichtlijn, doorheen de Europese samenleving heeft veroorzaakt. Zes jaar na de introductie van deze richtlijn, lijkt de aarde nog niet uitgebeefd, althans niet voor de sociale diensten.
Wel in tegendeel!
We schrijven 13 januari 2004.
De Europese Commissie heeft haar voorstel voor een richtlijn betreffende de diensten op de interne markt voorgesteld. De richtlijn streeft naareen ruimer en kwalitatief hoogstaander dienstenaanbod tegen concurrerende prijzen door de totstandbrenging van een ware interne markt voor diensten. De juridische basis van dit streven lag verankerd in het EG-verdrag. De concrete toepassing van dit streven werd aanvankelijk ingevuld door het Europees Hof van Justitie, later door de dienstenrichtlijn. U herinnert zich vast nog wel de schokgolf die de dienstenrichtlijn, ook wel gekend als de Bolkesteinrichtlijn, doorheen de Europese samenleving heeft veroorzaakt. Zes jaar na de introductie van deze richtlijn, lijkt de aarde nog niet uitgebeefd, althans niet voor de sociale diensten.
Wel in tegendeel!
We schrijven 13 januari 2004.
De Europese Commissie heeft haar voorstel voor een richtlijn betreffende de diensten op de interne markt voorgesteld. De richtlijn streeft naareen ruimer en kwalitatief hoogstaander dienstenaanbod tegen concurrerende prijzen door de totstandbrenging van een ware interne markt voor diensten. De juridische basis van dit streven lag verankerd in het EG-verdrag. De concrete toepassing van dit streven werd aanvankelijk ingevuld door het Europees Hof van Justitie, later door de dienstenrichtlijn. Hoe lovenswaardig zijn doelstelling ook was, de toepassing van de richtlijn op de sociale diensten kondigde zich uitmate problematisch aan. De dienstenrichtlijn met haar horizontale benadering zou de eigenheid van de sociale diensten volledig ondergraven en zodoende een rem vormen op de verdere ontplooiing van deze economisch en sociaal cruciale sector. Het Europese sociale middenveld haalde dan ook opgelucht adem toen de richtlijn in haar definitieve versie de sociale diensten uit haar toepassingsgebied sloot. Deze uitsluiting hield daarenboveneen erkenning in van de eigenheid en de meerwaarde van dit type dienstverlening. Een Europees beleid afgestemd op de eigenheid van de sociale diensten was en is nog steeds een absolute noodzaak voor de verdere ontwikkeling van deze dienstensector die zich in de afgelopen decennia heeft ontwikkeld tot een belangrijke economische en sociale speler. Toch mogen we niet op onze lauweren rusten, zoveel leert ons de Belgische ervaring. De richtlijn en meer in het bijzonder de uitsluiting van de sociale diensten worden niet in de interne rechtsorde ingepast, maar louter en alleen overgenomen.
Het gevolg is een Europese regelgeving die niet is aangepast aan de nationale realiteit. Met andere woorden, zodra de omzettingsprocedure afgerond is, zal de toepassing van de regels inzake vrij verkeer van diensten alsook de regels van vrijheid van vestiging opnieuw naar Europa verhuizen en meer bepaald naar het Europees Hof van Justitie.
En daarmee is de cirkel rond, helaas niet ten goede ...
Twee op de drie landen zou de dienstenrichtlijn nog moeten omzetten. Laat deze landen een les trekken uit hoe het niet moet. U herinnert zich vast nog wel de schokgolf die de dienstenrichtlijn, ook wel gekend als de Bolkesteinrichtlijn, doorheen de Europese samenleving heeft veroorzaakt. Zes jaar na de introductie van deze richtlijn, lijkt de aarde nog niet uitgebeefd, althans niet voor de sociale diensten. Wel in tegendeel!
We schrijven 13 januari 2004.
De Europese Commissie heeft haar voorstel voor een richtlijn betreffende de diensten op de interne markt voorgesteld. De richtlijn streeft naareen ruimer en kwalitatief hoogstaander dienstenaanbod tegen concurrerende prijzen door de totstandbrenging van een ware interne markt voor diensten. De juridische basis van dit streven lag verankerd in het EG-verdrag. De concrete toepassing ervan werd aanvankelijk ingevuld door het Europees Hof van Justitie, later door de dienstenrichtlijn. Hoe lovenswaardig zijn doelstelling ook was, de toepassing van de richtlijn op de sociale diensten kondigde zich uitmate problematisch aan. De dienstenrichtlijn met haar horizontale benadering zou de eigenheid van de sociale diensten volledig ondergraven en zodoende een rem vormen op de verdere ontplooiing van deze economisch en sociaal cruciale sector. Het Europese sociale middenveld haalde dan ook opgelucht adem toen de richtlijn in haar definitieve versie de sociale diensten uit haar toepassingsgebied sloot. Deze uitsluiting hield daarenboveneen erkenning in van de eigenheid en de meerwaarde van dit type dienstverlening.
Een Europees beleid afgestemd op de eigenheid van de sociale diensten was en is nog steeds een absolute noodzaak voor de verdere ontwikkeling van deze dienstensector die zich in de afgelopen decennia heeft ontwikkeld tot een belangrijke economische en sociale speler. Toch mogen we niet op onze lauweren rusten, zoveel leert ons de Belgische ervaring. De richtlijn en meer in het bijzonder de uitsluiting van de sociale diensten worden niet in de interne rechtsorde ingepast, maar louter en alleen overgenomen. Het gevolg is een Europese regelgeving die niet is aangepast aan de nationale realiteit. Met andere woorden, zodra de omzettingsprocedure afgerond is, zal de toepassing van de regels inzake vrij verkeer van diensten alsook de regels van vrijheid van vestiging opnieuw naar Europa verhuizen en meer bepaald naar het Europees Hof van Justitie. En daarmee is de cirkel rond, helaas niet ten goede ... Twee op de drie landen zou de dienstenrichtlijn nog moeten omzetten. Laat deze landen een les trekken uit hoe het best niet moet.
As of today, two out of three countries still need to transpose the services directive. Let these countries draw lessons with regards to the transposition of the directive.
Sylvie Slangen
Coordinator
UNISOC Belgium |